![]() |
Ideeën en bemoedigingen voor gewonde helpers
verbonden met een heelmakende God |
Non-verbaal zegenen: een krachtige taal |
Als we het hebben over communicatie, denken we vaak in eerste instantie
aan gesprek - woorden spreken en horen. Dit is verbale communicatie
(van: verba = woord).
Er zijn ook non-verbale vormen van communicatie; communicatie zonder woorden.
Denk aan een bevestigende knik, een boos of juist glimlachend gezicht, een
handdruk of een knuffel.
Mensen die er meer verstand van hebben dan ik, hebben me verteld dat
het grootste deel van onze communicatie niet gaat om de woorden die we
zeggen.
Onze lichaamshouding, onze gezichtsuitdrukking, onze gebaren zijn
belangrijker dan onze woorden.
Wat we op deze manieren communiceren gaat soms ook dieper: denk aan een
vriendelijke blik die je heel diep van binnen kan 'raken'.
Het vrolijke 'gesprek'
Terwijl ik dit schrijf, moet ik denken aan dat voorval met een voor mij onbekend gezin op een zondag in de kerk. Ze zaten een stuk of vier rijen voor me en een stuk meer naar rechts.
Bij moeder op schoot zat een peuter die zich een beetje verveelde. Op een gegeven moment keek hij over de schouder van moeder en tussen allerlei andere hoofden door, recht in mijn gezicht. Ik probeerde met liefde naar hem te kijken en gaf hem een knikje: "fijn, dat je er bent". Ogenblikkelijk werd hij verlegen en verborg zich achter z'n moeder. Ik deed mee met zijn gevoel, en verborg m'n gezicht achter de liturgie. Heel voorzichtig keken we beiden met één oog om 'n hoekje. Ik zag de verbazing op z'n gezichtje, omdat ik ook m'n gezicht had verborgen. Hij werd daardoor iets driester, en keek iets langer voor hij weer wegdook. Ook ik keek iets langer. Steeds meer won de nieuwsgierigheid het van de verlegenheid. Het werd een leuk spel. We werden een beetje als vriendjes. Hij genoot zichtbaar van hoe ik verschillende uitdrukkingen op m'n gezicht trok. En ook ik genoot van dit speelse joch. Na afloop van de samenkomst bij de koffietafel kwam ik de moeder tegen - met het jochie nog op haar arm. Gelijk groette hij mij enthousiast, tot grote verbazing van z'n moeder. Zij: "oh,..., dat doet_ie anders nooit; hij is altijd zo verlegen..." Waarop ik laconiek reageerde: "ja, maar we hebben net tijdens de dienst zó fijn zitten kletsen en spelen samen..." Ik zag een heel groot vraagteken op haar voorhoofd, en heb dus maar even uitgelegd wat er gebeurd was.
Voorzichtig keek hij over moeder's schouder en dook weer even weg...
In bovenstaand voorbeeld gebeurde in korte tijd veel.
De peuter voelde zich al snel veiliger toen hij zich in zijn verlegenheid
geaccepteerd of begrepen voelde doordat ik ook m'n gezicht verborg.
Ik kwam hem in zijn gevoelens tegemoet.
Ik denk dat ik dat deed omdat ik ervaren heb dat God - mijn hemelse Vader -
ook mij steeds tegemoet komt.
En ik gebruikte het feit dat ik ook gevoelens van verlegenheid en schaamte
heb gekend in mijn leven.
Op eenzelfde wijze kunnen we in de hulpverlening onze verbeeldingskracht
en onze eigen gevoelens gebruiken om ook non-verbaal naast degene te gaan
staan die bij ons om hulp komt.
Veiligheid is een belangrijk issue in de hulpverlening.
Juist onze gebaren kunnen heel krachtig communiceren: "je mag er zijn,
met jouw gevoelens en alles".
Confidenten hebben vaak zulke ándere dingen gezien en gehoord...
Ik heb gemerkt in de hulp die ik ook zelf ontvangen heb, hoe fijn het is
om juist te zien en te voelen dat je begrepen wordt.
Om te zien en zó te ervaren dat de hulpverlener ook gevoelens
van verlegenheid, schaamte, verdriet, woede, etc. heeft gekend.
In het zegenen komt hier nog een dimensie bij. In het
zegenend naast de ander staan kun je hem of haar begrip tonen voor zijn of
haar situatie en gevoelens. Als we uit onszelf hulp verlenen, kunnen we ook
empathie (meevoelen) hebben. We kunnen misschien goede adviezen geven, of
vragen stellen die de situatie voor de hulpvrager erg verhelderen. Dat op
zich kan al erg helpen. Maar het gaat nog verder.
In het zegenen stellen we ons ook aan Gods zijde op. We stemmen ons af op
waar Hij mee bezig is in het leven van de ander. We kunnen putten uit hoe Hij
die ander nog veel verder tegemoet kan komen. We delen uit van Zijn
onmetelijk grote liefde en genade. Dan hoeven we niet karig te zijn. Hij is
zó rijk! We weten uit de Evangeliën hoe Jezus met liefde naar de
mensen keek. Hoe enorm veel ruimte Hij had voor gebroken mensen.
Ik moet denken aan dat voorval waar Hij bij twee zussen kwam die net
hun broer verloren hadden (u vindt het in Joh.11).
Vooral de ene - Maria - was bijna ontroostbaar aan het huilen. Hij zegt niet:
"Huil maar niet, Maria, want Ik ga er wat aan doen". Nee, Hij huilt
eerst met haar mee!
Dát is non-verbaal zegenen!
Wat zál ze zich geaccepteerd gevoeld hebben!
Zó zijn er vele vormen waarin we door onze blik,
door onze gebaren of door onze lichaamshouding heel krachtig kunnen zeggen:
“je mag er zijn!”, “fijn, dat je dat zegt!”,
“moedig van je!”, “wat vreselijk moet dat geweest zijn
voor je!”, “ik geloof in je!”, “wat fijn voor
je!”, et cetera, et cetera. Het heeft te maken met afgestemd zijn op
God en op die ander. En met onze eigen gevoelens – die ook in ons
lichaam zitten – beschikbaar te stellen aan God om te gebruiken in de
communicatie. Dan komen we niet snel te kort!
Door dit non-verbale zegenen kunnen we soms onverwacht en onwetend allerlei
nare boodschappen ontkrachten die mensen wellicht als kind hebben meegekregen.
Ook dat ging soms zonder woorden, of de woorden werden met krachtige gebaren
en gezichtsuitdrukkingen versterkt. Bij God vinden we de ruimte én de
autoriteit om dit met vrijmoedigheid te kunnen doen. En – wellicht voor
onszelf onbewust – de wijsheid om daarbij ‘precies raak’
te zitten.
(Intussen kunnen we natuurlijk ook andere zaken non-verbaal communiceren,
zoals: “ongelofelijk!”, “wat bedoel je daar precies
mee?”, et cetera. Maar daar ging het hier niet over.)
Ik heb me wel eens afgevraagd: hoe komt het, dat dit zo
krachtig ‘werkt’? Zonder te claimen dat ik HET antwoord daarop
heb, wil ik hier wel kort op ingaan. Ten eerste is er natuurlijk het werk van
God. Hij gebruikt dit. Maar er zijn ook heel ‘gewone’ verklaringen
voor het feit dat non-verbale bevestiging zo weldadig kan zijn. Ik denk dat
het onder andere ten minste te maken heeft met het volgende. Non-verbale
communicatie is lichamelijk en zit heel dicht op onze emoties. Ook
trauma’s hebben vaak een lichamelijke component. Heftige emotionele
ervaringen worden opgeslagen in ons lichaam, zeggen nieuwe psychologische
onderzoeken. Een tegen-boodschap (vergelijk: anti-gif) die ook via
lichaamstaal wordt overgebracht, hoeft niet eerst door een verbaal
taalcentrum in de hersenen, maar kan direct worden ‘opgenomen’.
Soms heeft het ook met het trauma zelf te maken. Bijvoorbeeld: Iemand die
nooit veiligheid heeft gekend – als baby al niet. Nooit was er een
moeder of vader die liefdevol en vol acceptatie naar hem of haar keek.
Ervaart zo iemand dan dat God door jouw ogen heen hem of haar wél
liefdevol aankijkt, dan kan dat een heftige en zeer weldadige ervaring zijn.
Een blik kan dan meer doen dan honderd woorden, omdat die baby ook meer
gericht was op het gezicht van mama en papa dan op woorden die hij of zij
nog niet begreep. Iets dergelijks geldt voor iemand die als baby te weinig
liefdevol aangeraakt is. Het zegenen van de huid en de rest van het lichaam,
eventueel gepaard gaande met gepaste aanraking wanneer dat als weldadig
ontvangen kan worden, kan een enorm helend effect hebben. Het kan ook
effecten van het gebrek aan warmte – zoals vormen van de-personalisatie
– opheffen.
Zo’n zegening met een weldadige blik of aanraking kan overigens in
’t begin voor zo iemand zeker ook wel ’eng’ voelen, omdat
het zo onbekend is. In dat geval moeten we het dus rustig doseren, en niet te
veel in één keer willen. Ik kan dat door me te richten op hoe
geduldig God is. Ik zie dat in de Bijbel - bijvoorbeeld in de Evangeliën
-, en ook in Zijn werk in mijn eigen leven.
Téo van der Weele: ‘Een oog voor eenzame kinderen’, Opwekking Magazine, gerepubliceerd op de site van stichting De Kracht van Vrede.
André H. Roosma: De Aäronitische zegen: Gods lichtend aangezicht,
Hechting: sleutel tot gezond
leven via emotionele veerkracht (), en Zegenen - een korte, inleidende Bijbelstudie
over een vaak ondergewaardeerd christelijk mandaat; hier op deze site
(zie ook de literatuurverwijzingen in deze artikelen).
Enige achtergronden over de invloed van
anti-lichamelijkheid tendenzen in de theologie (vanuit het Griekse denken)
is goed beschreven in het artikel:
Ruard Ganzevoort, De zin van het geschonden lichaam -
Lichamelijkheid en pastoraat; in Gereformeerd Theologisch Tijdschrift
Vol. 97, nr.4, 1997, p.168-177.
En in: Gerard Feller, De
huidige contactarme maatschappij, een artikel op de pastorale site
van Stichting Promise.
In dit artikel gaat Gerard Feller in op het gegeven dat onze moderne westerse maatschappij erg vervreemd is van het gewone, warme menselijke contact. Hij werkt uit hoe aanraking op een positieve manier inhoud - handen en voeten - kan geven aan het Gemeente-zijn.
In een artikel over aanraking in het Algemeen Dagblad van 29 september 2005 worden gegevens uit een onderzoek van Psychologie Magazine geciteerd. Het blijkt dat maar liefst 41 procent van de mannen en 25 procent van de vrouwen terughoudender is met lijfelijk contact dan ze zouden willen. Ze vrezen dat het contact door de ander zal worden opgevat als ongewenste intimiteit.
Zie ook: Chris Coursey The World Needs a Hug, artikel op Chris & Jen Coursey's website: Thrive Today.
Binnen de sociaal-psychologische kant van het fenomeen
waar dit artikel over gaat, spelen ook begrippen die bekend onder termen als
emotionele afstemming en afgestemde empathie. In de recentere
psychologie wordt steeds meer het belang hiervan voor de geestelijke
hulpverlening onderkend. Een interessant artikel hierover is:
Diana Fosha, 'Dyadic Regulation & Experiential Work
with Emotion & Relatedness in Trauma & Disorganized Attachment',
in: Marion F. Solomon & Daniel J. Siegel, Eds., Healing Trauma:
Attachment, Trauma, the Brain, and the Mind, Norton, New York, 2003;
pp. 221-281. Zie ook: Diana Fosha, 'The Dyadic Regulation of Affect', Journal of Clinical Psychology /
In Session, 57 (2), 2001.
En zie ook de verwijzingen in: André H. Roosma, 'Gelaagdheid in ons mentaal
en sociaal-emotioneel verwerken - deel II', webartikel op
www.12accede.nl, najaar 2007, noten 16-18, 21, 25, 26 en 31 op p.8-13.
home | ![]() | of terug naar de artikelen index |
Voor meer informatie, of uw reactie op het bovenstaande, kunt u contact met me opnemen via e-mail: andre.roosma@12accede.nl.